Het Sopla jongerencentrum was gevestigd in de kantoren van de oude sigarenfabriek Sopla.
Op de begane grond van de Sopla Soos was een ruimte met een bar en een zitgedeelte (de Soos). Hier werden doordeweeks kleine optredens gegeven. De Grote Zaal bevond zich op de eerste verdieping In deze zaal konden 500-700 man. De grote bands traden op op de zaterdagavond en de zondagmiddag.
Het jongerenparlement wilde nog voor de zomer van 1967 een eigen ruimte voor de Amersfoortse jeugd. In die periode waren de mogelijkheden niet ruimschoots voorhanden. Een tijdelijke oplossing werd gevonden in de voormalige sigarenfabriek Sopla. De Handelsschool was op dat moment huurder van deze ruimte.
De jongerensoos maakte, onder protest van de Handelsschool, gebruik van de overblijfruimte. Door scholieren en studenten werden uiteenlopende activiteiten ondernomen. Pantomime, manuele expressie, cabaret, toneel en ballet waren onder meer de activiteiten. Maar ook festivalachtige expressie-uitingen zoals: paint-ins, love-ins, teach-ins en fotografie, films en live muziek.
Kortom het was een bonte club van enigszins alternatieve jongeren. Marion Bloem, later bekend geworden als schrijfster en filmmaakster van onder meer ‘Geen gewoon Indisch meisje’, was als studente van de Rijks H.B.S. regelmatig aanwezig in jongerensoos Sopla.
De Sopla werd dankzij de inzet van veel vrijwilligers, naast het bekende Paradiso (Amsterdam) en Shock (Hilversum), een van de beste Nederlandse podia. In het weekend was er live muziek en in de dagen door de week stond de jukebox aan.
Sopla was niet alleen het podium voor feest maar ook voor serieuzere aangelegenheden. Een jongerenconferentie met onderwerpen met diepgang. Dit sloot aan bij de onderwerpen waar de jongeren en studenten zich in die periode mee bezighielden. Zaken als alternatieve dienstplicht en protest, demonstratie in de samenleving en wat is polemologie? werden besproken. Kritische studenten in Sopla en dat was niet vreemd. De Horst (Driebergen), Sociaal Welzijnswerk, Middelloo en de Rijks Pedagogische Academie waren namelijk ‘hofleveranciers’. In Sopla werden ook films vertoond, onder meer titels van Joris Ivens zoals Ciel de terre en Night of the Dragons.
Frans Rühl
Frans Rühl was al in de jaren zestig een bekend persoon in Amersfoort. Vanwege zijn betrokkenheid bij Sopla zorgde hij ervoor dat bekende popartiesten op het Amersfoortse podium kwamen. De grote schare fans, waaronder Ron Jagers, genoten van artiesten als John Mayall and the Bluesbreakers Band, Boudewijn de Groot, Johnny de Selfkikker, Rob Hoeke, The Shoes en Amos Taméla and his Mustang Soul band. The Golden Earring(s) werd wel gecontracteerd, maar van een optreden kwam het niet omdat de Sopla voortijdig werd gesloten. Geldgebrek en omdat de Handelsschool haar afgestane ruimte nodig had voor eindexamens waren de oorzaak van het sluiten van de deuren. De Kingmaschool voor speciaal onderwijs heeft hierna nog een periode gebruik gemaakt van de Sopla. De stichting Sopla ging uiteindelijk failliet. De gemeente Amersfoort betaalde de schuldeisers. Een vergelijkbare voortzetting in de Markthal kwam er niet. Hooguit af en toe een concert.
Frans Rühl was daarna bekend door zijn ondernemingen in de binnenstad. De ‘Koffoon’, een koffieshop annex platenzaak en de ‘De Twee Wezen’ begane grond aan de Bloemendalse Binnenpoort 6 waren grote publiekstrekkers. Zeker omdat Frans altijd de meest recente platen van the Rolling Stones, the Beatles, Crosby Stills and Nash en andere actuele bands in voorraad had. Vaak waren dit witte bootlegs, in correct Nederlands: niet-officiële platen. Jongeren van Middelloo en ook van de Pedagogische Academie, zoals Ben Prins, kwamen dikwijls over de drempel bij de zaken van Frans Rühl.
In de Bloemendalse Binnenpoort werden door verschillende groepen mensen nieuwe muzikale ideeën ontwikkeld. Er werd gezongen, gespeeld of over literatuur en theater gepraat. Bekende Amersfoorters zoals Tristan Keuris en Godert van Colmjon waren te gast bij de Bloemendalse Binnenpoort. Deze mensen ontmoetten elkaar ook in de Grote Slock om daar over literatuur, poëzie muziek en theater te filosoferen.
Godert van Colmjon (1943-2009) vormde met zijn broer Luc het Nederlandstalige popduo ‘The Butterflies’. Het duo had hits als ‘Dixieland’ (1956), ‘Willem, word wakker’ (1958) en ‘Brigitte Bardot’ (1961). Van Colmjon zong samen met Sylvain Poons de eerste versie van de ‘Zuiderzeeballade’
Uncle Albert
Frans verhuisde later naar de Krommestraat, waar hij op nummer 45 uitbater was van ‘Milly Marleen’ de eerste espressobar van Nederland.
Op nummer 47 bestierde hij later de sleutelclub annex filmcafé ‘Uncle Albert’ (Paul McCartney). In Uncle Albert kon men terecht voor koffie en een alcoholische versnapering. Het meest geliefd waren de besloten filmavonden. Wilde je die bezoeken, dan moest je een sleutel van de club hebben. Het filmscherm was eigenlijk een verlengde van de eerste keer Filmfestival, wat nu IFFR is. Tijdens het filmfestival, werden films uitgewisseld met Utrecht en Rotterdam, om vervolgens in Amersfoort vertoond te worden in de Krommestraat. Frans was een groot filmliefhebber en wilde het bestaande etablishement, wat destijds het Grand Theater was, op deze manier afdwingen, meer culturelere films aan het publiek aan te bieden. In Uncle Albert was eigenlijk de basis gelegd voor het Filmhuis Amersfoort wat later onderdak vond in Theater Miniatuur. Later werd dit omgedoopt in Filmhuis. Tegenwoordig is daar het Filmhuys gevestigd, als café restaurant.
Het was niet erg groot bij Uncle Albert. Het filmscherm hing voor de deuren van het toilet. Ook bij Uncle Albert bestond de scene vooral uit mensen van de Academie Beeldende kunst, Middelloo en de Rijks Pedagogische Academie. Zo was ook Terts Brinkhoff regelmatig van de partij. In een melige bui verbond hij alle bezoekers met een wollen draad aan elkaar.
Cabaretier Wim Kan, die wordt gezien als de grondlegger van de oudejaarsconference, en zijn vrouw Corry Vonk waren wel eens te gast bij Uncle Albert. Frans Rühl was in die tijd tevens de ‘aangever’ en de ‘interviewer’ in de shows van Wim Kan.
TABAK
Op 19 november 1971 vond in de Markthal in de Breestraat een bijzonder evenement plaats. Onder meer Fons Asselbergs, coördinator van de Werkgroep Binnenstad, organiseerde het matinee/protestavond: ‘Klapstuk’ ‘T Amersfoorts Binnenstad Aktie Komitee (TABAK). Het protest was tegen de plannen van PvdA-wethouder W. Huslage. Huslage wilde een weg door de binnenstad van Amersfoort aanleggen. Deze weg zou dwars door de binnenstad, door de Nieuwstraat , waarvan de helft gesloopt zou worden, over de Hof en door de Vijver, en dan verder richting Koppelpoort.
Vóór de pauze waren er diverse sprekers. Na de pauze werd een satirische protestopera opgevoerd onder de naam: ‘Oh, Johnny Hus of de teleurgang van oud-Amersfoort’. Met muziek en acteerwerk van Gerard-Jan Commijs, Ben Prins, Joost Willemsen, Minny Herles, Barend van den Brink en Joke Rommerts.
Het succes van de opera smaakte voor Frans naar meer. De honderden bezoekers inspireerden Frans om in 1972 een avondvullende musical te maken als vervolg op ‘Oh, Johnny Hus’. Frans wilde samen met Tristan en Jan Jacob Commijs dan wel Nederlandse sterren voor de hoofdrollen inhuren. Jan Jacob zag het wel zitten, maar Tristan wilde zijn muziek niet ‘vercommercialiseren’.
Peter Putters
Peter Putters , lang de rechterhand van Frans, stond ook vaak achter de bar bij Uncle Albert. Peter kreeg later, in 1976 de kans om het pand van Frans te huren in de Krommestraat 49. Hier begon hij zijn carrière als restaurateur, met Amersfoorts eerste echte eethuis, Het Florijntje.
Peter organiseerde in die tijd ook het boekenfestival in de Krommestraat Open Boek. Tegenwoordig kennen we dit pand als restaurant Bloks. Indertijd fotografeerde Peter de toen bekende actievoerders van TABAK en het boekenfestival, Manifestatie Open Boek. Dit werd twee maal georganiseerd in de Krommestraat, 1979-1980.
jan jacob commijs zegt
Ik ben Jan Jacob Commijs, en ik wil graag enkele correcties aanbrengen. Ten eerste: Gerard van het Reve is maar één keer in Amersfoort geweest in die tijd en dat was in 1965 bij de uitvoering van zijn toneelstuk “Commissaris Fennedy” in Theater Miniatuur. Mijn vader speelde daar een rol in evenals Ben Prins, mijn latere vriend, die toen contact kreeg met Van het Reve. Later zou hij nog een interview met hem maken. Tristan en Godert hadden muziek gemaakt voor bij die -legendarische- voorstelling, waar nog tal van anekdotes de ronde over doen.
Ten tweede: de opera “Johnny Hus”. Daar speelden Jenny van der Spaa -al veertig jaar mijn vrouw, overigens- en Ron Jagers niet in mee. De hoofdrolspelers waren: Ben Prins, Minny Herles, Joost Willemsen, Barend van den Brink en Joke Rommerts.
Op de avond van de uitvoering, de Klapstukavond van Tabak, heeft Ron Jager niet die streep getrokken; dat was bij een andere gelegenheid.
De bewuste weg zou niet naar het station lopen ,maar dwars door de binnenstad, door de Nieuwstraat ,waarvan de helft gesloopt zou worden, over de Hof en door de Vijver, en dan verder richting Koppelpoort.
Overigens hartelijk dank voor het plaatsen van de foto’s, waarvan ik een aantal al 45 jaar niet meer gezien had. Dat was een hele verrassing! Als je meer details wilt weten, neem dan gerust contact op!