Politiek
Na de Tweede Wereldoorlog werd er weinig geld uitgegeven aan cultuur of cultuurspreiding. Wel was er de Maatschappij tot Het Nut van ’t Algemeen. Deze vrijzinnige organisatie richtte haar visie op “het verheffen van het volk, het burgerlijk beschavingsoffensief”. Emancipatorisch in zekere zin. Zowel katholieken als sociaaldemocraten waren warme pleitbezorgers.
PvdA’er Gerard van der Leeuw (1890 – 1950) was de eerste naoorlogse minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen. De minister zorgde voor verbinding tussen het volksontwikkelingswerk en het jeugdbeleid. Vanuit zijn christelijke achtergrond werd de nadruk gelegd op de normen en waarden van het individu in verhouding tot “de gemeenschap”. In de periode kort na de Tweede Wereldoorlog was er een terughoudendheid tegen collectivisme (communisme, fascisme en nationaalsocialisme). Van der Leeuw maakte zich vooral sterk voor jeugdwerk en cultureel werk.
Cultuurnota
Hermen Molendijk (1896 – 1983), burgemeester van Amersfoort in de periode 1946 – 1961, kwam uit de socialistische jeugdbeweging (AJC). Molendijk was voorstander van de “verheffing van cultuur en kunst, vooral voor jongeren uit de arbeidersklasse”. In de Amersfoortse situatie kon hij, als burgemeester én als beheerder van de cultuurportefeuille zijn ambitie kwijt. Hij richtte het “Amersfoorts Genootschap” op. Dit genootschap had tot doel: het bevorderen van de samenwerking op cultureel en sociaal terrein en het versterken van de burgerzin. Molendijk was wars van een te “vertechniseerde maatschappij ”. Als tegenwicht hierop bracht hij in 1971 onder de naam De Overheid en de Cultuur een handboek uit voor culturele ambtenaren. Hij bracht cultuur in overeenstemming met overige gemeentelijke uitgaven. Achteraf gezien was het initiatief van Molendijk een eerste aanzet tot een cultuurnota met een groeiende subsidie.
Als onderwijsman pleitte de burgemeester voor meer muzikale vorming in maar ook buiten het onderwijs. Naast kunst en cultuur hadden ook de monumentale architectuur en de archeologie de aandacht van Molendijk. De behoefte was om alle verenigingen op het gebied van cultuur en op sociaal terrein te bundelen. Molendijk bracht alles samen in een centrum. Zo koppelde hij ook hier een aantal zaken: onderdak voor de kunsten en kunstenaars (Kunstenaarscollectief de Ploeg). In het voormalig weeshuis aan de Grote Haag bevond zich het ROB (Rijkskundig Bodemonderzoek) dat later gehuisvest was in de Muurhuizen. In Park Randenbroek zat in huize Randenbroek het NOGC (landelijke koepel van provinciale raden). Aan de Muurhuizen waren het NSKV (Nederlandse Stichting Kunstzinnige Vorming) en later ook WIKOR voor theater en SOM voor muziek (Stichting Overleg Muziekinstellingen) gevestigd. Zo ontstonden er steeds meer initiatieven. Bijvoorbeeld de Vereniging voor Creativiteitsontwikkeling (VCO)
In 1964 werd onder leiding van wethouder J. de Wilde het Amersfoorts genootschap omgevormd tot een Amersfoortse Culturele Raad (ACR) nog steeds met het accent op “volksontwikkeling ”. Zijn opvolger Wim Huslage (PvdA) was afkomstig van het NIVON (het Nederlands instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk). Het cultuurbeleid werd in deze periode gevormd door wethouders, veelal uit de welzijnshoek.
Info gebaseerd op. # Een broeinest van Cultuur, Kunstzinnige vorming in Amersfoort 1945-1998
Vera Asselbergs-Neessen en Hendrik Henrichs.
Maatschappelijk
Het kritisch maatschappijbewustzijn verliep via een netwerk van studenten van de opleidingen. “Middelloo creatieve therapie” liep daarbij voorop. De opleiding voor creatieve therapie in Amersfoort zag het levenslicht in 1947 toen verschillende kunstenaars startten met een opleidingsprogramma voor jongerenwerkers.
In 1965 kreeg de opleiding haar uiteindelijke vorm in de vierjarige fulltime opleiding creatieve therapie “Middelloo”, nu onderdeel van de Hogeschool van Utrecht. Hier werd de Creatief Procestheorie voor de verschillende creatieve therapieën ontwikkeld (Kliphuis, 1973, 1988; Smitskamp, 1988) en dit werd op de muziektherapie toegepast
(Waardenburg, 1973a, 1973b, 1979; Stappers, 1988; Baerends & Vink-Brouwer, 1990). Smitskamp (1988, blz. 35) omschrijft een creatieve ontwikkeling als een proces: “…waarin iemand zich bevrijdt van starre verhoudingen met zijn omgeving en nieuwe, zelf gevonden, zinvolle verhoudingen met zijn omgeving aangaat door er actief op in te gaan…“ Daar ontstond de beeldende kunst.
Middelloo (verbinding met Kopse Hof Nijmegen) kreeg een afdeling erbij; de ACCU-opleiding voor beeldende kunst. De ACCU begon als De Academie voor Beeldende Vorming (AKBV) in een gekraakt pand aan de Stadsring/Bekensteinselaan. Later werden bij de Willem III atelierruimtes ontworpen (Schipper Bosch) en werd de naam AKBV veranderd in ACCU.
Sociale Academie de Horst Driebergen
Sociale Academie de Horst in Driebergen groeide uit tot het symbool van het progressieve welzijnswerk, zoals dat uit de roerige jaren zestig voortkwam. De Horst werd in 1945 opgericht als een opleiding voor ‘Werkers in Kerkelijke Arbeid’ en maakte deel uit van hervormde vormingscentrum Kerk en Wereld. Vanaf 1963 krijgt de Horst subsidie als erkende School voor Maatschappelijk Werk en begint de instelling de tijdgeest in te groeien. Eind jaren zestig wordt de Horst een democratisch laboratorium waarin studenten en docenten samen de dienst uitmaken. De opleiding wordt het toonbeeld van geëngageerd en maatschappijkritisch welzijnswerk, met docent Piet Reckman als personificatie daarvan. Boeken als Sociale Actie (1971), Hoe anders? Over maatschappijverandering (1980) en Leren is ageren (1983) gaan als warme broodjes over de toonbank.
Vanaf het midden van de jaren zeventig beginnen de verhoudingen op De Horst weer te normaliseren, maar voor columnisten als Jan Blokker houdt de Rode Horst-geschiedenis nooit meer op. Wat het bruine café voor Simon Carmiggelt was, dat was de sociale academie De Horst in Driebergen voor Blokker: een nooit opdrogende bron van inspiratie om de zachte heelmeester te kijk te zetten. In 2005 is De Horst opgegaan in Hogeschool Utrecht.
Pedagogische academie
Amsterdam had een magische aantrekkingskracht. Het loslaten van gezag: communes waarbij kinderen zelf de orde van gezag en leerinhouden mochten onderzoeken. Het einde van de kleinschaligheid. De Mammoetwet. En ook de opkomst van speciaal onderwijsscholen. Residentiële inrichtingen waren er toen al.
In dezelfde tijd waren er meer maatschappelijke veranderingen, omwentelingen. Veelal gestart vanuit de Randstad. Het waren de laatste jaren van de roerige jaren zestig. Provo, Maagdenhuisbezetting, Feminisme, Anti-kapitalisme, Rode boekje, Vietnamoorlog en antipsychiatrie vulden de krantenkolommen en waren de onderwerpen van discussie. Zo waren er meer typische zaken die de tijd kleurde: De club van Rome, kernenergie, terug naar de natuur, autoloze zondagen, woningkrapte op de markt, maatschappijbewustzijn, de opkomst van links, bewustwording van de rijkdom van het westen en de armoede in de Derde Wereldlanden, samenwonen zonder boterbriefje, Baas in eigen Buik.
Ook op de Rijks Pedagogische Academie aan de Herenstraat 4 gingen de maatschappelijke veranderingen niet ongemerkt voorbij. De bezetting van een pedagogische academie in Beverwijk was aanleiding om ook in Amersfoort als scholier meer zeggenschap te krijgen op het onderwijs en het onderwijstraject en zelfverantwoordelijkheid (zelfverantwoordelijke zelfbepaling) voor het al dan niet volgen van lessen.
Rond deze tijd speelden ook de Russische invasie in Tsjecho-Slowakije, de Club van Rome over klimaat, de dreiging van een kernoorlog en het probleem van de overbevolking. Ook op de pedagogische academie roerden de critici zich tijdens de maatschappijleer . Er werd gediscussieerd over religie, kapitalisme en communisme. Gesproken werd er over Che Guevara en zijn Cubaanse vrijheidsstrijders, Paulo Freire en het analfabetisme bij volwassenen, opvoeding in vrijheid, Maslow. De studenten zochten aansluiting bij mensen met dezelfde ideeën. Die werden gevonden op plekken bij De Instee, de Linkse boekhandel, het Ioska.
Alternatieve en experimentele muziek was er van onder meer Marijn, Josef Willems, Leejo van Putten, Jetske van Waveren. Een compositie van Marijn en Jozef onder leiding van Renske Nieweg was er in de binnenstad in Johanneskerk. In die periode waren er ook koren- en muziekbijeenkomsten in de Markthal. Ook waren er contacten met het Gherels Instituut en Tristan Keuris.
Het JAC
Het Jongeren Advies Centrum was gehuisvest in een van de voormalige kapitale panden van aan de P.C. Hooftlaan. Het JAC werd opgericht in 1971. Eén van de vijf beroepskrachten Ronald Vis kreeg de dagelijkse leiding. Hij werd ondersteund door Ton Knoet en Rob van Nagelkerke.
Ronald Vis kwam niet uit Amersfoort. Hij had al ervaring met buurthuiswerk vanuit Amsterdam-Noord. Hij werkte in de NDSM- en de PAK-buurt. Het Floradorp met ongeschoolde arbeiders, die moeilijk met geld om konden gaan. Het loon (toen nog in zakjes) was al op aan drank en patat voordat de arbeiders thuis waren. Vis was daar sociale barkeeper. De jongeren waren (meer door drank dan door drugs) agressief. Het bleek vaak dat er thuis geen goede opvoedkundige situatie was. Het was dus moeilijk om de jongeren in het gareel te houden. De hulpvraag in een advertentie vanuit Humanitas was voor Ronald Vis de aanleiding om naar Amersfoort te komen. In de regio Amersfoort, met een hoog Bible Belt-gehalte, waren er veel blowende jongeren. Vis zag mogelijkheden om dieper in te gaan op de structuur en de oorzaak van problemen. Zo zag hij in dat psychische problemen dikwijls in context met woningnood en de jongerenhuisvesting kunnen worden gezien.
Wanneer je jonger was dan 28 jaar kreeg je in die tijd geen woonvergunning. Het JAC stond ook bij andere zaken dan alleen woningnood de jongeren bij. Zo was er spreekuur voor dienstplichtigen uit de Bernhardkazerne en het JAC was actief bij de Bond van Dienstweigeraars. Samen met de Amersfoortse huisarts H. Thiadens en diens vrouw psychologe M. Thiadens- van Es werden gesprekken met jongeren aangegaan. Deze eerste huisarts was een man die dicht bij de mensen stond en handelde in de tijdgeest van de jaren 70. Kritisch en sociaal en maatschappelijk bewogen. Gesprekken waren er over de Kruisraketten in Soesterberg. De dreiging die daarvan uit ging en welke impact dat had op de mensen die daar vlakbij zouden moeten wonen. Gepraat werd er ook over: dienstweigeren, alternatieve geneeswijze, hoe om te gaan met jongeren en drugs, sociaal maatschappelijke misstanden, armoede in de wereld, de club van Rome. Zo kon het verkeren dat ik dokter Thiadens mocht interviewen voor de Keivreter met een pittige kijk op de wereld. Dat was toen erg ongebruikelijk.
Het JAC verhuisde in 1983 naar Krommestraat nr. 9 naast slagerij Van de Hoek. In het centrum werden de contacten met jongeren verstevigd. Uiteindelijk kwam het JAC terecht op de Lange Gracht 11 in het gebouw naast de Archeologische Dienst. Daar bleef het JAC tot 1989 gehuisvest.
Open Jongeren Centrum (Toos Lap en Marieke Boersma)
Vanuit het JAC ontstond het OJA (Open Jongeren Centrum Amersfoort. Deze organisatie hield zich bezig met groepen die muziek maakten. OJA gaf onder meer ondersteuning aan buurthuizen. In feite vormde OJA de kern; de voorloper van Per Expressie en de Kelder. Later werd de naam veranderd in OJA NU! Om te benadrukken dat de nood voor jongerenactiviteiten hoger op de politieke agenda moest komen. Er was een ideologische stroming binnen de politiek van “ongebondenen”.
De bandjes waren veelal losse popgroepen die hier en daar in buurthuizen speelden en samen gingen jammen. Voor hen waren er verder weinig oefenruimtes. De vele leegstaande panden brachten uitkomst. Die werden gekraakt.
BAHA
De woningnood was groot. Er kwam een stuurgroep BOUW (later BOUWA) onder leiding van Kees Reinier die politiek aandacht vroeg voor gecoördineerd kraken voor woningzoekenden. Kraken was maar een klein onderdeel van de activiteiten. Kinderbescherming om kindermishandeling en kindermisbruik tegen te gaan moest structureel worden opgezet. Theo Miltenburg van de Werkgroep Jongerenhuisvesting had veel overleg met wethouder Hazelaar.
Er werd een huisvestingswinkel opgericht aan de Heiligenbergerweg. Deze moest weliswaar nog wel gekraakt worden. Pieter Bening, Arne Haytsma, Theo Hartogs en Toos Lap waren de initiatiefnemers.
De kraakacties leverden een bemiddelingsbureau op voor woningzoekenden. Dit bureau werd later de BAHA. De Brouwerstraat werd als eerste gekraakt door de groep Hamer en Spijker. Vanuit de Brouwerstraat werd door Ferdi, Peter Putters, Leejo v Putten en Frank van Amerongen onder meer geprobeerd het boerderijtje “het Leemhuisje” aan het eind van de Groene Steeg te kraken. De BAHA was echter een dag eerder. Het pand aan de Brouwersstraat is daarna overgegaan naar de BAHA. Kort daarna volgde het kraken van een woonhuis in de Van Limburg van Stirumlaan en de PC Hooftlaan. De volgende kraakactie was die van de Sterflat in Schuilenburg. De politie pakte vermeende “verdachte” personen, bekend als “plakkers” en krakers op door zelfs ook stadsbussen aan te houden. Ze verbleven er maar kort. De acties brachten veel reuring, niet in de laatste plaats omdat VVD-wethouder Emiel de Bruin in deze buurt woonde. Dankzij de zorgen van huisarts Bueno de Musquita konden de krakers water en medicijnen krijgen. Het was een mooie cohesie van studenten en mensen zonder woonplek.
Kraakacties
Middelloo was de eerste georganiseerde groep die een gebouw kraakte om er les te kunnen geven. De studenten waren geïnteresseerd in kunst en cultuur en (bezigheids)therapie. Rond deze tijd waren er acties bij het Willem Arntzhuis. In deze tijd was er veel kritiek op het wegstoppen van mensen. De Gekkenkrant werd opgericht. Cursisten van de Horst en Middelloo vermengden hun gedachtegoed en acties. De leerlingen van deze opleidingen kraakten onder meer De Aula in de Muurhuizen waar veel later een afdeling van het ROB gevestigd werd. Studenten (van de Horst, de pedagogische academie en Middelloo) kraakten een groot pand aan de Wilhelminalaan waar Middelloo werd gevestigd. Er volgden meer kraakacties; de Brouwerstraat, de PC Hooftlaan 4, de Limburg van Stirumlaan, Willem III, Allegonde, Boerderij de Liendert, de Grachtenkerk.
Ook in de binnenstad kwamen er kraakacties en actiecentra. De Langegracht 37 waar veel musici woonden zoals Terts Brinkhof (de Parade) en Simon Luytelaar (BAM). Ook Gos Krijger, lid van de eerste vrouwenband Strooizand en Paul Kloosterman richtten verschillende bandjes op (bijvoorbeeld The Blazing Sadles, Déjà Cru en Killing Rabbits). Ze woonden in een pand aan de Langegracht. In de Walikerstraat en ook in de Nieuwstraat woonden veel studenten. Veel oude leegstaande panden werden tijdelijk in gebruik genomen en geschikt gemaakt voor (beginnende) bands.
De oude melkfabriek aan de Van Randwijcklaan werd gekraakt door jongeren. Zij richtten er een alternatief buurthuis op. Ze verspijkerden zelf veel aan het pand. Dat iedereen toegang had en kreeg werd een bottleneck. Dit keerde zich tegen de initiatiefnemers. De gemeente besloot het pand te ontruimen. De melkfabriek met hoge toren werd door wethouder Asselbergs opgeblazen. Een spectaculair schouwspel. Op deze plek staan nu nieuwe huizen en is een markant punt, zo pal aan de rotonde met de stier van Thijs Trompert.
Gezondheid
In deze tijd kwam gezonde voeding in zwang. Mensen werden vanuit maatschappelijke visie vegetariër. De gezondheidswinkel Moswinkel had een kraam op de markt en later ook een pandje in het Leusderkwartier. Zij verzorgden cursussen voor alternatieve babyvoeding zonder vlees (Nienke Osinga, Odette, Agnes, Joke)
Vanuit de Instee werden er mensen geworven en was er een kraam voor informatie en met adviezen en groenten.
Vrouwenemancipatie
Naast het JAC was er het grote pand Meerwegen waar activiteiten, cursussen en ondersteuning werd gegeven aan analfabete jongvolwassenen. De cursussen startten vanuit het welzijnswerk.
In 1976 werd er onder de Amersfoortse wethouder Luyx een onderzoek gedaan dat aantoonde dat er voldoende vrouwen waren die de Moedermavo wilden doen. De eerste Moedermavo werd opgericht door Yvonne de Bruin en Addie Wartenaar. Hieruit ontstond Liendert Leefbaar. Dat is de vmbo-t geworden van de Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO). In het bestuur zat onder meer Hans de Graaff, (verkeerswerkgroep). De eerste lessen vonden plaats in de huiskamer van de familie De Graaff. De eerste alfabetiseringscursus kwam daar weer uit voort. Deze werd gegeven in de Wervershoof (Weverssingel) en later in De Schakel en De Roef in de Kruiskamp
Wham en Vrouwenhuis
Vanuit de Wham (Werkgroep Homoseksualiteit Amersfoort) werd er actie gevoerd tegen de abortuswet en tegen de plek en status van de vrouw in het arbeidsproces. (Foto’s). Vrouwen verdwenen als “onbemiddelbaar’ in de bakken van het arbeidsbureau. Daar volgde protest en zelfs bezetting op. De eerste landelijke Vrouwenstaking was op 29 januari 1982. Een lange sliert protesterende vrouwen was er te zien van de Varkensmarkt tot aan het Stadhuis. (Foto’s). Pauli Fleer (SKVE) was op de Varkensmarkt te zien met een optreden in een pantomime clownspak waarin zij de rol van de huisvrouw uitbeeldde. Onder de artiestennaam Haan en Kam brachten onder meer Ien van Nieuwenhuizen en Marian Stalenhoef een heuse langspeelplaat uit met de naam Brood en Rozen. Gos Krijger speelde als een van de eerste vrouwen op de saxofoon. Tijdens een benefietconcert voor De Linkse Boekhandel trad Gos op met onder andere Miep Boerkamp. Gos was ook te zien met haar vrouwenband Strooizand in theater de Witte Zaal.
Een voormalig schoolgebouw werd ten behoeve van de Wham omgevormd tot ontmoetingsruimte. De gymzaal werd een theaterzaal en daar speelde de band. In de straten klonk menig socialistisch strijdlied dat door de koren werd gezongen.
Er waren contacten met werkcollectieven zoals:
- Stichting Werkende Moeders;
- Commissie Gelijk Loon en Gelijke behandeling uit Den Haag;
- de Vrouwenwinkel uit Nijmegen (over problemen bij het zoeken naar werk, werkloosheid, vrijwilligerswerk en het opzetten van alternatieve projecten);
- de Paarse Klinker uit Amsterdam, voor steun en informatie over werk en werkeloosheid voor vrouwen en meiden;
- het vrouwenvormingswerk kende in Amersfoort: Eva Bijt Door en Vrouwen bellen Vrouwen;
- 22 Blijf van Mijn Lijf Huizen en 15 abortusklinieken. Er was een landelijk comité in Leiden onder de naam: Wij Vrouwen Eisen;
- Buitenlandse Vrouwen konden terecht bij Anti-apartheid Beweging Nederland – Vrouwengroep aan de Lauriergracht en bij Domitila;
- Steunkomitee Marokkaanse Vrouwen;
- Turkse Vrouwenvereniging in Nederland HTKB in Amsterdam;
- het Buitenlands Vrouwen Overleg in Utrecht
- Voor Surinaamse Vrouwen was er de overkoepelende Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsstichtingen voor Surinamers.
Er kwamen steeds meer vrouwen- en meidenmuziekgroepen/koren. Bekend waren toen al Trevira 2000 een vrouwenrockgroep Vitrage uit Nijmegen en Vendetta een vrouwenrockband uit Amsterdam. Ook de groep Rock tegen Rollen uit Utrecht, de Moll Bolt Band uit Rotterdam en de Sadista Sisters lieten flink van zich horen. De laatste groep kwam heel overtuigend, op zeer hoge hakken en op steigerende motoren, Amersfoort binnen scheuren voor een optreden in de Witte Zaal.
Alfabetisering
Naast het welzijnsbolwerk Meerwegen gaven ook Liendert Leefbaar en De Roef de toon aan. Omdat er toen nog weinig plek was, startten de cursussen van Liendert Leefbaar in het huis van Inez de Graaff. Er werd voorlichting gegeven, er kwam een krant en er waren bijeenkomsten. De intakegesprekken vonden plaats op de Amersfoortse Berg. Liendert Leefbaar startte met bijspijkercursussen: Nederlands, rekenen en algemene ontwikkeling en de Moedermavo of Opstapcursus Mavo
In Liendert Leefbaar werd ook de VOS-cursus gegeven. Later verhuisden de Vrouwen-cursussen; VOS (Ien van Nieuwenhuis, Marian Stalenhoef, Barbara Bläsing). naar de VSV Korte Bergstraat en uiteindelijk naar de Kleine Koppel. De drijvende kracht van deze ontwikkeling was Tineke Renou. Zij startte de VSV op de Piersonlaan 1. Aan de Bisschopsweg werd de eerste basiscursus Nederlands (BIS) opgezet. De cursussen bestonden uit Nederlands voor volwassenen, NT1, AVO-cursussen, Engels, Pc, kunst, Nederlands met de pc en Nederlands Basis. Inmiddels bestaan ze nu meer dan 35 jaar (!). De cursussen worden nu gegeven onder de vlag van de ROC Midden Nederland.
Woongroepen
De eerste woongroep die in deze roerige tijd ontstond was De Instee (initiatief van Elmie van Beekhuizen van de Kabouters) aan de Zuidsingel met daarbij het Open Podium en de Linkse Boekhandel.
In 1975 vestigden zich een aantal volwassenen en kinderen als woongemeenschap ‘De Instee’ aan de Zuidsingel 45a in het centrum van Amersfoort. Het gebouw stamt uit de achttiende eeuw en is sinds 2001 een rijksmonument. In 2000 verlieten de bewoners het pand voor een grote renovatie, die uitgevoerd werd door Stadsherstel en woningbouwvereniging SCW. Meer informatie is te lezen bij stadsherstel.
Vanaf de start was er ruimte voor politieke, sociale en culturele activiteiten. In de beginjaren richtte de aandacht zich voornamelijk op de opvang van randgroepjongeren en activiteiten van verschillende emancipatiebewegingen. Er kwam dan ook een boekwinkel in de Instee: De Linkse Boekhandel.
Ook waren er regelmatig politieke bijeenkomsten. Kabouters (Elmie v. Beekhuizen, Arne Haytsma), CPN (Karel Ploeger), OJA en de PSP (Theo Miltenburg, M van Ommen) PvdA (H. van Papenrecht, Cocky Bisping-Bos)
Later kreeg in nieuwbouwwijk Schothorst Het Hallehuis bekendheid als woongroep.
Meer alternatieven
Op de Zuidsingel was ook nog een ander pand. Een soort buurthuis onder de naam IOSKA. Daar kwamen ook allerlei actiegroepen zoals; anarchisten, de groep anti-kernwapens bij Soesterberg, Dodewaard Moet Dicht en de alternatieve woonkrant. Er werd geplakt. De eerste Loesje-achtige pamfletten deden hun intrede. En de eigentijdse krant ”de Keivreter” kwam met nieuws dat niet in de gangbare andere (plaatselijke) media kwam.
Op de Soesterweg 155 was een actiecentrum dat meer gericht was op politiek, stadsvernieuwing en beeldende kunst (Els van de Kooy, Klaas, Louise Dekkinga). Deze actiegroep had met de andere groepen gemeen dat er een hang was naar vrijheid om ideeën te ontwikkelen die niet alledaags was. Ideeën op alle terreinen van de kunst en cultuur. Muziek, beeldende kunst, schrijverschap en fotografie.
Er kwam een alternatieve fietswinkel; De Kromme Spaak van Janosh. In de winkel werd ook natuurlijke verf verkocht. De bakfiets was een gewild artikel voor evenementen, acties en verkoop van alternatieve informatieve spullen. De bakfiets was ook in trek voor de verscheidene verhuisbewegingen van studenten in de stad. En waar blijkbaar ook dringend behoefte aan was: een Bureau Rechtshulp in de Bergstraat.
De Linkse Boekhandel
In de Linkse Boekhandel (aparte ruimte bij de Instee) kwamen gelijkgestemden elkaar tegen voor boeken van maatschappijcritici, maatschappijveranderaars, politiek, kunst, theater, voeding, derde wereld en feministische vrouwenliteratuur: de Mannenkrant. (Gé Seiger, Jolanda van Voorst, Ina Schimmel, Miep Boerkamp, Ien van Nieuwenhuis, Sjaak Verheyen, Riekje Hoffman). In de boekhandel waren politieke lezingen en discussiegroepen.
Alternatieve bladen
In 25 verschillende steden verschenen en verschijnen nog steeds vrije stadskranten. Dit zijn alternatieve tijdschriften en vlugschriften van andere linkse boekhandels zoals: De Rooie Rat, het Ford van Sjako, De Blauwe Aanslag, Cirkel en van vrouwenboekhandels de Heksenkelder in Utrecht, De Feeks in Nijmegen en Xantippe in Amsterdam. Veel actiegroepen hadden hun eigen uitgaven. Er waren toen circa 30 vrouwenhuis/-cafékranten. In het blad LOVER stond een literatuuroverzicht voor de vrouwenbeweging. Enkele bladen zoals Opzij, Katijf, Serpentine, Vrouwentongen, Mooswief en het tijdschrift voor Vrouwenstudies vonden gretig aftrek. Daarnaast waren er veel boeken en tijdschriften over homoseksualiteit.
De Grachtkerk
In 1983 werd de Grachtkerk gekraakt. Naast de muziekgroepen waren er in de kerk ook beeldend kunstenaars actief. Dick Roodhart vroeg bij de gemeente een subsidie aan om in de Grachtkerk een kunstproject te maken met spoorstaven, die door de ramen van de Grachtkerk staken en naar de Lieve Vrouwentoren wezen. De gemeenteraad had er moeite mee, omdat de Grachtkerk door kraak niet rechtmatig was verkregen. De raad zag daarin een inconsequentie. Uiteindelijk werd de aanvraag wel toegekend. Helaas ontstond niet lang daarna een brand in de kerk. Het gebouw moest gesloten worden.
Projectontwikkelaar Hans Vahstal was eigenaar van het pand. Hij had het plan om op deze plek huizen te bouwen. De gemeente bezat een stuk grond achter de kerk. Na veel onderhandelen met de gemeente en met Vahstal lukte het de architecten Jim Klinkhamer en Heleen Jonkman om de grond te ruilen. Vahstal kon zijn huizen bouwen en de Grachtkerk kon worden verbouwd tot theater. Voor de bands zou een vaste ruimte komen.
Rob Smulders was, als stagiair van het JAC, aanwezig bij de kraakactie. Het JAC en OJA hielden contact met de jongeren die er muziek wilden spelen. Ze vertaalden de behoefte van jongeren aan betaalbare oefenruimtes naar gerichte vragen aan de politiek. In die tijd was Theo Miltenburg de aangewezen persoon om dit in de politiek aan de orde te brengen.
Harm van Papenrecht zegt
Prachtig verslag van de 70-er, 80-er (en latere) jaren.
Wat er in mijn ogen nog mist is ook de politieke omwenteling in 1978, toen een aantal politiek gemotiveerde mensen “de macht overnam” en via de nieuwe gemeenteraad de nodige koerswijzigingen doorzette.
Een aantal namen zijn helaas niet goed weergegeven. Ik ontdekte er een paar:
M. van Ommeren = M van Omme, H. van Paaprecht = H. van Papenrecht, Geleen Jonker = Heleen Jonkman.
Jim Klinkhamer zegt
Wat nog te noemen valt is het ‘mannencafé’ dat eind jaren zeventig opgericht werd door mannen die solidair waren met de feministen van het vrouwencafé en gender-rolgedrag vanuot de eigen manpositie wilden bespreken en overdenken. Het mannencafé oganiseerde begin jaren tachtig een plaatselijke’ mannendag’ in de ruimten van de Instee. De Amersfoortsekrant wijdde er een artikel aan. Jim Klinkhamer was een van de oprichters. samen met o.a. Ko Ravenhorst.
Ook miste ik de plaatselijke organisatie die de landelijke homodemonstratie eind juni 1982 in Amersfoort organiseerde. Diverse rechtzaken voor de Raad van State werden gevoerd en alle gewonnen om de gemeente te dwingen de vergunningen ervoor te verlenen. Uit de hele linkse en emancipatie beweging uit Amersfoort kwam hulp bij de voorbereiding en uitvoering van het evenement met duizenden deelnemers.
In de centrale werkgroep zaten o.a. Jacques Verbove, Sjoerd Groenewold, Thea van Schaik en Jim Klinkhamer.
Van de architecten die deelnamen aan de onderhandelingen met de gemeente over de aankoop van de afgebrande Grachtkerk en uitruil van percelen ernaast is de naam van de tweede genoemde architect verkeerd geschreven. De juiste naam is Heleen Jonkman.