Amersfoort beschikte tot 1991 over een gevarieerd aanbod van culturele voorzieningen. De interesse voor de Amersfoortse amateurkunst, kunstzinnige vorming, muziek, bibliotheek, musea, beeldende kunst, theater en film is buiten de stad nog niet groot. Het veelzijdige aanbod zou beter gepromoot moeten worden zodat ook mensen buiten de stad geïnteresseerd raken. Extra budget om de culturele sector te promoten was noodzakelijk. De gemeente Amersfoort was van mening dat de culturele sector zich te veel bezighield met het eigen product. Een herbezinning was hard nodig. Financiële middelen lagen namelijk vast en daarbij waren er geen kritische kanttekeningen.
Marco van Vulpen cultuurambtenaar van de gemeente Amersfoort verwoordde het als volgt : “De relatie tussen bevolking en cultuurmakers, maar ook de inhoudelijke discussie over cultuur en vernieuwing is te veel in het slop geraakt.”
Achterstand
Sinds het midden van de jaren tachtig bleef Amersfoort ten opzichte van vergelijkbare steden bijna 25% achter op cultuuruitgaven. De verwachting dat Amersfoort een groeistad zou worden, zou ook een omzetverhoging in de culturele sector betekenen. Om dan van een regionale functie te kunnen spreken moest de gemeente een structurele samenwerking met andere omliggende gemeentes aangaan. Naast structurele samenwerking zou ook het aanbod gevarieerder moeten worden en kwalitatief en kwantitatief verhoogd. Het draagvlak zou daardoor groter worden.
Een regionale functie maar ook de (jongere) samenstelling van de bevolking zou consequenties kunnen hebben voor het gebruik van accommodaties. De kunstvormen zouden, op meer willekeurige tijden, educatieve mogelijkheden moeten bieden. Een uitgebreid onderzoek naar draagvlak moest daarom worden opgezet, om de haalbaarheid van – en belangstelling voor de podiumkunsten te kunnen waarborgen.
Denktank
Een jaar nadat wethouder Fons Asselberg een inventarisatie van tachtig organisaties om de ovale tafel had gevoerd, werd een denktank geformeerd. Hans Onno van de Berg, Ton Entius (ACR), Max Smit (cultuurdeskundige), Martin Haker (provincie Utrecht) Joost Gruyters van de Productiekern, Hille Pijlman (adviescommissie beeldende kunst), Paul van de Kam (DHV), Job Heiligers (Kamer van Koophandel), Margot Fretz (Galerie de Ploeg), Joke van Veen (de Flint) en Wim Smink formeerden de denktank en adviseerden de gemeente. De uiteindelijke behoefte van Amersfoort werd door ambtenaar Marco van Vulpen (beleidsmedewerker cultuur) samengevat. “Ik geloof dat er behoefte is aan een Evenementenbureau. Er zijn genoeg mensen in de stad met goede ideeën die organisatorisch en publicitair op weg geholpen moeten worden. Voor het tweede, professionele circuit gericht op grote evenementen, moet ervaren hulp worden ingeschakeld via de ACR”. Van Vulpen was van mening dat de culturele infrastructuur geconcentreerd moest worden. Dit moest gerealiseerd worden door stevige samenwerkingsverbanden tussen Zonnehof en Flehite en tussen Theater de Lieve-Vrouw en De Flint.
Uitkomsten van thema’s tijdens de zes paneldebatten leverden onder meer de volgende voorstellen op:
- Amersfoort: opnieuw centrum van de straatcultuur;
- De relatie tussen de oude en nieuwe woonwijken;
- Culturele instellingen zouden hun activiteiten meer kunnen concentreren op de binnenstad;
- Vormgevers en kunstenaars zouden meer betrokken moeten worden bij de inrichting van de stad. Zij zouden in het nieuwe Centraal Stadsgebied de openbare ruimtes kunnen vullen;
- Optredens van culturele festivals, ook op zondag, op straat. Muziekkorpsen een jaarlijkse opera aan de voet van de Lange Jan;
- Een Stegenroute als rode draad door de stad;
- De Zonnehof als “Exposium”, meer voor de bevolking, terug naar een groen en zonnig Zonnehof;
- Afbraak van het stadhuis;
- Een flaneergebied met verlaagde terrassen in het Eemgebied en een “kunstboot met creatieve cursussen;
- Bundeling van culturele krachten.
De centrale vraag van het symposium: Mondriaan aan Zee” : wat wil Amersfoort met haar cultuur, waar wil zij heen?
Wethouder Fons Asselbergs: “Je moet in de stad het beste brengen dat je kunt geven “
De manifestatie in De Zonnehof had een informeel karakter. Er was muziek van Peter Bruys, Jaap Kornman (piano) en Sigrid Kornman (viool) en een recital op cello door de Chinese musicus Ge Wu. Daarnaast waren er optredens van Jos Bouten en Jaap Kornman en het cabaretduo De Buren (Cees van Weerd en Antoine van Roemburg).
Op het symposium zou de contour en het culturele profiel van Amersfoort nadrukkelijker naar voren moeten komen. Zes debatten werden in thema’s gevat en onderverdeeld in blokken. De wethouder wilde geen opvattingen horen van gevestigde culturele instellingen en belangengroepen. Hij wilde frisse, originele en inspirerende ideeën. De vensters moesten opengegooid worden. In het blad Stad Amersfoort stelde Asselbergs dat hij belang hecht aan consultatie bij de bevolking. De drie velden van de cultuur; amateur- podium en beeldende kunst moeten niet rivaliseren, maar elkaar versterken.
Dat er tijdens het symposium niet over de financiering werd gesproken, was vooropgezet zodat de gesprekken niet gefrustreerd zouden raken. Het zou ook niet om belangen en beleidsplannen gaan. Hoewel ambitieus opgezet, leidde het sluitstuk van de cultuurdebatten niet tot ieders tevredenheid.
De uitkomsten zouden in 1992 worden gepresenteerd in de nieuwe cultuurnota.
Terugblik Mondriaan aan Zee (1994-1998)
De kerndoelen van Mondriaan aan Zee, werden in belangrijke mate gerealiseerd.
- Versterken van de inhoudelijke samenhang in alle culturele activiteiten;
- Aanbrengen van een beperkt aantal accenten in- en profilering van het cultuuraanbod;
- Het afstemmen van het aanbod op de publieke belangstelling;
- Het creëren van meer ruimte voor het ontwikkelen van nieuwe en vernieuwende initiatieven
De Amersfoortse Culturele Raad was inmiddels ontvlochten. Er werd een reorganisatie van het culturele veld doorgevoerd, die tot gevolg had dat er voortaan vier inhoudelijke sectoren waren. Zij maakten onderscheid tussen basisvoorzieningen, meerjarenvoorzieningen en incidentele voorzieningen.
Van een versnipperde organisatie was nu geen sprake meer. De Centrale Culturele Voorzieningen (kortweg: CCV) werd gerealiseerd om een samenwerking tussen instellingen te bevorderen en afstemming in publiciteit en publieksbenadering te brengen.
Met Mondriaan aan Zee is ingezet op thema’s zoals:
- De Stad als Podium;
- Amersfoort Beiaardstad;
- Bevordering van kunsteducatie;
- Kunst in de open ruimte.
De Stad als Podium groeide met het aantal festivals in omvang én in kwaliteit. Amersfoort Beiaardstad is een bekend begrip geworden. De stad Amersfoort heeft voor dit doel unieke mogelijkheden. Zoals in de Onze-Lieve-Vrouwetoren, die over twee beiaarden beschikt – een uit de zeventiende eeuw en een modern instrument.
Grote projecten zijn gerealiseerd zoals Kunst in Kattenbroek. Er is een percentageregeling voor de beeldende kunst ingesteld. Met de plannen voor het Centrum voor Kunsteducatie is het accent op kunsteducatie vergroot.
De CCV is nog niet geslaagd om het cultuuraanbod voor een breder publiek toegankelijk te maken. Het feitelijke aanbod van instellingen was nog te mager. Daarnaast is het tekort aan podiumfaciliteiten voor jongerencultuur, c.q. popmuziek nog niet opgelost
Horizon-principe
De introductie van het HORIZON-principe (eindigheid van de subsidie) in combinatie met budgetverruiming voor incidentele activiteiten heeft goed gewerkt. Dit was ook gunstig voor het kerndoel : meer ruimte voor nieuwe en vernieuwende initiatieven.
Het aantal subsidies voor bijzondere incidentele projecten en manifestaties is bijna verdubbeld. Er is meer geld uit het bedrijfsleven beschikbaar gesteld voor de culturele evenementen
Geef een reactie