De viering van Roze Zaterdag is gunstig geweest voor de homo-emancipatie. Het evenement effende het pad voor bijvoorbeeld de tegenwoordig zo populaire GayPride in Amsterdam. Maar voordat het zover was moest er wat heilige huisjes omver. Amersfoort was er in 1982 nog niet klaar voor. Het werd een historische en roerige dag.
Oorsprong
Roze Zaterdag wordt gehouden op de laatste zaterdag in juni. Op die dag, in 1969, braken in New York rellen uit nadat de politie de homobar Stonewall Inn in Christopher Street was binnengevallen. De rellen leidden tot de georganiseerde strijd voor de rechten voor homo’s en lesbiennes, die onder meer tot uiting kwam in de eerste Gay Pride Parade, die op 28 juni 1970 in New York werd gehouden. Ook in andere landen ging men zulke parades organiseren.
In Nederland waren al eerder twee kleinere homodemonstraties gehouden. De eerste was op 21 januari 1969 op het Binnenhof in Den Haag, waarbij zo’n 100 jongeren demonstreerden tegen het uit 1911 stammende artikel 248-bis van het Wetboek van Strafrecht, dat de leeftijdsgrens voor homoseks op 21 jaar stelde, terwijl die voor heteroseks op 16 jaar lag. Dit artikel werd in 1971 afgeschaft.
De tweede demonstratie werd gehouden op 4 mei 1970, tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Twee leden van de Amsterdamse Jongeren Aktiegroepen Homoseksualiteit (AJAH) probeerden toen een krans te leggen ter herdenking van homoseksuele oorlogsslachtoffers, maar werden daarbij gearresteerd. Dit was aanleiding voor het oprichten van een eigen Homomonument in Amsterdam.
26 juni 1982
In Amersfoort werd Roze Zaterdag nieuw leven ingeblazen. Het moest een feestelijke dag worden op 26 juni 1982 in Amersfoort. Maar het evenement ontaarde in ordinaire en uiterst agressieve rellen.
De deelnemers werden die zaterdag vijandig onthaald. Een grote groep jonge Amersfoorters waren in die tijd onbekendheid met homoseksualiteit dat toen nog in de taboesfeer lag. Het maakte de stemming grimmig. De deelnemers aan de Roze Zaterdag noemden zichzelf potten en flikkers. Met die geuzennamen en gekleed in roze kledij paradeerden de deelnemers in drie optochten over straat. De routes gingen naar het station en naar Kruiskamp en het Soesterkwartier. De organisatoren van de Roze Zaterdag hadden bewust voor de volkswijken gekozen zo verklaarde Jacques Verbove in het TV-programma Andere Tijden. “Wij wilden provoceren. De mensen bekend laten maken met homo’s en lesbiennes.” De provocatie werd beantwoord. De homo’s worden geconfronteerd met jongeren die hen uitschelden, bespugen en hen met eieren en stenen bekogelen. Dat gebeurt langs de route door de stad en op het Onze-Lieve-Vrouweplein waar de manifestatie zich verder afspeelt. Op het plein komt het tot schermutselingen en na de slotmanifestatie in De Flint moeten de deelnemers onder politiebegeleiding naar het station worden gebracht. De trieste balans: er vielen vijf gewonden.
Ooggetuige – Riekje Hoffman
Riekje Hoffman was in 1982 deelnemer aan de optocht en zij maakte de agressie van dichtbij mee. “Ik liep mee in de in de optocht. Gekleed in een roze broek en een kind van 2 jaar op mijn schouders.
In die tijd kwam ik als sympathisant en feminist ook in de WHAM bij de Witte Zaal. Ik werkte als vrijwilliger bij de Linkse Boekhandel bij de Instee waar ik ook fotografeerde voor de Keivreter (dat was een alternatief voor de Amersfoortse Courant). Ik maakte op die dag foto’s van een groeiend aantal mensen dat zich verzamelde op het Lieve Vrouwen Kerkhof. Vanuit mijn vrijwilligerswerk in buurthuis de Roef was ik ingedeeld bij de groep die van en naar de Kruiskamp zou gaan. Tijdens de route werden we bespuugd, uitgejouwd en we werden bekogeld met stenen. Het werd zo link, dat mijn man Leejo, met mijn zoon naar huis vluchtte. Op enig moment werden we naar de Roef gedreven en hadden we ons binnen verschanst. De politie had aangegeven dat we daar moesten blijven omdat het buiten te gevaarlijk zou zijn. Al die tijd werden er tegen de ramen gebonkt, geschreeuwd. De ramen waren gelukkig bestand tegen de stenenregen. Om de moed er in te houden zongen we binnen vrouwenstrijdliederen. Pas laat in de avond konden we mondjesmaat naar buiten.”
“Ik heb ook de tweede Roze Zaterdag meegemaakt en gefilmd. Die tweede editie was het tegenovergestelde van die vreselijke zaterdag in 1982. De stemming was vriendelijk het weer was zonnig. Er was echt een feeststemming. Veel bands in de stad en er was een homo-modeshow. Ook de politie kwam met homo-agenten (man/vrouw) de stoet begeleiden en de toenmalige homo-burgemeester uit Groningen kwam op bezoek. Het is goed om te constateren dat de mensen kennelijk toch gewend raken aan de voor hen vreemde en niet alledaagse verschijningen. Ik hoop dat we daar met de organisatie van het festival ook aan meegewerkt hebben.”
Tijd heelt alle wonden
In Andere Tijden verklaren de relschoppers van toen dat zij geen idee hadden wat hen toen bezighield. Peter van Empelen was 18 jaar in 1982. Hij verklaart in het TV-programma: “ik had geen idee van homo’s. Het ging mij vooral om de sensatie.” In het programma ontmoet Van Empelen Rob de Vries. De Vries was actief deelnemer aan Roze Zaterdag en maakte filmpjes die dag. De twee sloten vrede voor de camera van de NPO. Amersfoorter Henkie ten Hoven keek eveneens met gemengde gevoelens terug op die dag in 1982. “Ik was 14 jaar toen, wist ik veel. Nu ga ik elk jaar naar de GayPride. Wat een prachtig evenement.”
Naar aanleiding van de rellen in Amersfoort begon het COC gesprekken met het kabinet die uitmondden in homo-emancipatiebeleid vanuit de Rijksoverheid en in de aanstelling van een minister die optreedt als coördinerend bewindspersoon voor homo-emancipatiebeleid. Het was een roerige dag in Amersfoort. Maar achteraf gezien was het de dag die het begin werd van de homo-emancipatie in Nederland.